Ooit wilde één van de grondleggers van FC Groningen, Renze de Vries de top-drie bestormen. Hij zei het even terloops tijdens een perspraatje tot grote schrik van zijn trainer Han Berger die naast hem zat. Zijn uitspraak was volgens wijlen De Vries goed voor de kaartverkoop. En niet onbelangrijk, het moest over FC Groningen gaan. Publiciteit. De Vries wilde met het kleine Groningen groot worden. Vanaf dat moment ontstond er een grote druk in het Oosterpark die ook in de Euroborg nooit weer is verdwenen. Het lukte de voorzitter om regelmatig dicht tegen de top-drie aan te spelen. Om zelfs een keertje lang in de race te zijn voor het kampioenschap.
‘FC Groningen-uit altijd lastig’ werd een begrip in het land omdat onder aanvoering van de fanatieke aanhang FC Groningen in de thuishaven een reuzendoder bleek. FC Groningen bestormde de Europese velden. Groningen leefde. In de media en in het land telde de club mee. Als ik terugdenk aan alle mooie momenten die ik heb mogen beleven in het Oosterpark en later in de Euroborg. Alleen, maar vooral met mijn kinderen. Ontelbaar. Trots wanneer ik las dat Feyenoord op zag tegen het uitje in het Oosterpark en verloor met 1-0 in het jaar dat de Rotterdammers de dubbel pakten met Johan Cruijff. Mijn dochter die tijdens een avondwedstrijd haar allereerste uitje naar de Euroborg vertelde dat dit ‘het aller mooiste was dat ze ooit had gezien’. De mannen nu niet meer op TV, maar in het echt. Trots dat alle grote clubs een hekel hebben aan Groningen--uit. Omdat je daar altijd kunt verliezen. Kippenvel toen mijn zoon me vorig jaar een appje stuurde tijdens de grote finale tegen Roda JC. Tien minuten voor het einde. We zaten niet bij elkaar in het stadion. ‘We zien elkaar over een kwartier op het veld hé pap’. Elkaar ontmoeten op het speelveld na een promotiewedstrijd: historisch.
FC Groningen kende hoge pieken en diepe dalen. Degradatie en promotie. Zoveel mensen die zo ontzettend veel plezier on onvergetelijke momenten hebben beleefd door de groen-witte kleuren. Vaak werd en met bewondering over de club gesproken. Over de ‘Trots van het Noorden’. De laatste jaren ging het ook vaak over Groningen. Over de vervallen trots, wanbeleid en degradatie. Groningen leeft, ook als het op zijn rug ligt, op sterven na dood.
Een wereldgoal van Thom van Bergen, wervelende acties en rood voor Valente. Een uitzinnige doelman Vaessen die een bliksemschicht in zijn kapsel had laten aanbrengen als teken van de naderende donder en bliksem in de Euroborg. Wel, dat was een voorspellende blik. Blokzijl die zijn enige doelpunt heeft bewaard tot het laatste en belangrijkste moment van het jaar. De beslissende vrije trap van Seuntjens waar zoveel gevoel in zat dat het bijna een belediging is er niet uit te scoren. Bij vlagen goed voetbal tot aan de laatste linie. Vechten, helaas ook iets te letterlijk tot je er bij neervalt. Met tien tegen elf het onmogelijke mogelijk maken zoals alleen Groningen dat kan. De Kuip trilde op zijn grondvesten en niet door de 2-0 overwinning op RKC. Eindhoven ontplofte, mensen vielen elkaar huilend in de armen en de Lichtstad vierde uitzinnig feest na het eindsignaal in Groningen. Heel Amsterdam werd in rouw gedompeld. Het lukte Renze de Vries ooit. Soms verdween het even naar de achtergrond. Maar dankzij de strijd van een voetballende vriendengroep, verstandig beleid onder leiding van directeur Van Mosselveld, de staf met Lukkien als kapitein en vooral dankzij de onvoorwaardelijke en onuitputtelijke steun van de 20.000 zijn ze er in Emmen, Heerenveen en Leeuwarden weer even aan herinnerd welke ploeg de Trots van het Noorden is. De ogen van het land waren gericht op de ‘Groene Kathedraal’ die voor de Amsterdammers veranderde in de ‘Hel van het Noorden’. En iedereen weet weer: het gebeurt in Groningen.